In 't Wasdom

bolas, toegang tot kennis
mei 3rd, 2020 by Jaap de Jong

Geschiedenis, een discussie zonder eind.

De historische waarheid is wellicht een onvindbare waarheid, maar je moet er wel eerlijk en oprecht naar streven, schreef de historicus Pieter Geyl (1887-1966) ergens.

Ik moest er aan denken toen ik afgelopen week hoorde dat het onvolprezen Tijdschrift voor Geschiedenis (TvG) online is gegaan. In 1886, op het moment dat Alida Kip zwanger was van haar zoon Pieter Geyl, kwam het eerste nummer van het TvG uit. Het respectabele tijdschrift bestaat tot op de dag van vandaag en is nu als Open Access tijdschrift te bekijken en te doorzoeken.

Als historicus, opgeleid in de jaren dat de wereld van papier en kaartenbak werd ingewisseld voor het oneindige digitale heelal, sta ik wat dubbel in die wereld. Toen ik in de jaren negentig naar de witte stranden van Katwijk afreisde, in de hoop daar in het archief de geheime documenten van Cornelis Varkevisser over de opvarenden van de “gekkenlogger” te vinden, klopte mijn hart vol verwachting.

Uitstel en het verlangen was mijn brandstof. Wat zal ik vinden en wat is er toch, hoewel het er niet staat? Nu kan ik “alles” vinden en leef ik in een eeuwig digitaal nu. Is het beter geworden? Ik ben er niet uit, wat ik wel weet is dat je in deze wereld meer kennis en vaardigheden nodig hebt dan ooit. Hoe kun je een vraag stellen zonder enige voorkennis? En wie vertelt je wat kwaliteit heeft en wat niet en wat zijn de criteria. Niet dat kwaliteit voor altijd vaststaat en niet bediscussieerd kan worden. Alleen Pieter Geyl had gelijk: geschiedenis, een discussie zonder eind.


In BOLAS kun je niet alleen in Laelaps naar OpenAccess bronnen zoeken. Er is ook (per vakgebied en type bron) een  databankencatalogus. Die bevat voor geschiedenis ruim 130 databanken  – waaronder het TvG – Een goudmijn voor de historicus.

april 29th, 2020 by Jaap de Jong

Wat is labelen?

Labelen is een manier om je onderzoeksmateriaal te typeren met kernwoorden en/of codes. Met labelen schep je orde in de chaos van je onderzoeksdata. Het uitgangspunt bij het labelen is je vraagstelling en de bijbehorende topics. Door te labelen kun je de relevante resultaten (tekstfragmenten) uit je interviews met elkaar vergelijken en systematisch analyseren. Je kunt niet alleen interviews labelen, maar ook documenten of vakliteratuur.

Het ontwerpen van een labelsysteem is niet veel anders dan het opzetten van een ouderwetse kaartenbak (bijv. voor het bewaren en ordenen van adressen), maar dan digitaal. Een systeem dat je kunt ordenen, bijv. naar (kern)label of naar type bron.

Labelen heeft pas zin als je over meerdere interviews (of andere teksten) beschikt met dezelfde topics. Het is van belang om bij het ontwerpen van je interviewleidraad (of -protocol) rekening te houden met de vergelijkbaarheid tussen respondenten. Het labelen van een expertinterview om te kunnen vergelijken heeft geen zin, omdat er meestal maar één expert is op een bepaald terrein en er dus geen sprake is van een diepgaande analyse van verschillen of overeenkomsten tussen tientallen tekstfragmenten over bepaalde topics.

Het labelen als methode kan worden toegepast bij interviews, literatuuronderzoek en documenten. Bij interviews ga ik ervan uit dat je beschikt over de volledig uitgeschreven interviews, het zgn. ruwe materiaal. Ieder interview krijgt een uniek identificatienummer (idnr.), bijv. 4 (het vierde interview in een reeks van bijv. acht interviews). Vervolgens streep je in dat interview de irrelevante passages weg, selecteer en/of arceer je de relevante tekstpassages. Voorzie deze tekstfragmenten al in het zgn. ruwe interviewmateriaal van een fragmentcode  en voer die fragmenten in in het door jou gebruikte systeem in (Excel, Access of ATLAS-ti). De geselecteerde tekstfragmenten geef je de al eerder toegekende fragmentcode en je voorziet het fragment van een (voorlopig) karakteriserend label. De fragmentcode i4.21 slaat bijv. terug op interviewfragment 21 van respondent 4.

Na het labelen van een stuk of zes/zeven getranscribeerde interviews merk je vaak dat er structuren ontstaan. Je kunt dan overgaan naar een (kern)labelsysteem met meer definitieve labels. Vaak zijn er twee of meer verwante labels die onder een zgn. kernlabel zijn te plaatsen. Ze omvatten meerdere aspecten van het topic of vallen er zelfs min of meer mee samen. Het is dan wel zaak om dat kernlabel dan nauwkeurig te omschrijven/definiëren.

Samengevat, een 7-stappenplan:

  1. Transcriberen teksten ofwel het letterlijk uitschrijven van de interviews. Geef ieder interview een uniek idnr.;
  2. Selecteer per interview de relevante tekstfragmenten op basis van je vraagstelling;
  3. Geef de geselecteerde fragmenten een fragmentcode die verwijst naar het interview (coderen). Uit fragmentcode 4.21 blijkt bijv. het verband tussen interviewfragment 21 en het eerder genummerde interview (4).
  4. Invoer van tekstfragmenten, inclusief fragmentcodes, in systeem BLAblabla (zie hieronder) of in een ander verwerkingsprogramma;
  5. Vat het fragment samen met een karakteriserend woord ofwel label. Je mag meerdere labels toekennen aan een fragment, hou het wel overzichtelijk;
  6. Maak een systematisch overzicht van de labels waarbij meerdere, samenhangende labels, een kernlabel kunnen vormen. Definieer deze kernlabels en zorg er voor dat deze omschrijving de lading ook werkelijk dekt;
  7. Analyseer de resultaten aan de hand van de (kern)labels. Maak daarbij gebruik van een Excelprogramma, ATLAS-ti of van BLAblabla (zie hieronder).

Bij documenten gaat het labelen in principe op eenzelfde manier. Gebruik je meerdere type bronnen dan is het handig om bij een document (bijv. dossier) een extra lettercode te gebruiken, bijv. iets als d8.7 (document 8, fragment 7). Hou de codering echter zo eenvoudig mogelijk.

Relevante fragmenten uit de literatuur kun je ook labelen. Bij gebruik van literatuurfragmenten kun je het reguliere referentiesysteem gebruiken, bijv. APA-stijl (auteur(s), publicatiejaar, paginanr.). Labelen van (vak)literatuur kan ook in BOLAS.

In het bronnenoverzicht van je BOLAS-project (indien aanwezig) staat rechts van de opgeslagen bron (naast REF) de labeloptie. Je kunt het gelabelde tekstfragment in de aantekeningen bij de bron plakken. Met de toegekende labels hou je overzicht. Je kunt bronnen ordenen door op het label te klikken. Overzicht houden is een voorwaarde voor de analyse.

Door labels te geven aan tekstfragmenten kun je al het gebruikte bronnenmateriaal ordenen en resultaten per toegekend (kern)label analyseren. Dat geeft je de mogelijkheid zinnige zaken te rapporteren over de totale groep respondenten, documenten of literatuur (de zgn. bronnen) in relatie tot het betreffende (kern)label.

Meer weten?

Je ontvang het labelsysteem BLAblabla – Bronnen Labelen Analyseren – bij aanschaf van een bolasaccount. Het programma BLAblabla word je na aanschaf van bolas apart toegestuurd (zie afbeelding hieronder).

Desgewenst is een meer uitgebreid bolasabonnement met (digitale) ondersteuning voor BLAblabla. Zie: bolas – individuele aanschaf met cursus.

BLAblabla, versie 1.4 – Bronnen Labelen Analyseren – is te gebruiken in combinatie met Access van Microsoft Office

april 24th, 2020 by Jaap de Jong

Over de zoekmachine Laelaps in BOLAS

Laelaps - de zoekmachine van bolas

Bolas werkt samen met onder meer de Duitse zoekmachine BASE en DOAJ aan het verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de wetenschap. De inhoud van genoemde databanken is – met ruim twintig andere databanken (totaaloverzicht) – in Laelaps opgenomen. Bij de nieuwste update zijn meer dan honderdvijftig miljoen bronnen geïndexeerd. Klik op het logo om direct naar Laelaps te gaan.

april 22nd, 2020 by Jaap de Jong

Onderzoekend vermogen

Jos van Helvoort, docent aan de Haagse Hogeschool, ontwikkelde een instrument om de informatievaardigheden van studenten te toetsen. Informatievaardigheden zijn meer technisch van aard, maar maken wel onderdeel van het “onderzoekend vermogen”. Zelf heb ik de ervaring dat er te weinig aandacht geschonken wordt aan die technische aspecten (incl. kennis), die m.i. de basis vormen om iets als een “onderzoekend vermogen” te kunnen ontwikkelen. De “onderzoekende houding”, een attitude die door Maaike van den Herik en Arnoud Schuitema (2016) eerder werd beschreven aan de hand van persoonskenmerken als opmerkzaamheid, nieuwsgierigheid, bedachtzaamheid en kritische zin. Die houding, hoe fundamenteel en belangrijk, werkt in het praktisch-wetenschappelijk onderzoek minder uit als men de technisch-inhoudelijke vaardigheden mist om die gaven te exploiteren.

Het door Van Helvoort ontwikkelde instrument – de scoringsrubriek informatievaardigheden – meet zeven, technisch-inhoudelijke vaardigheden (o.a. oriënteren op onderwerp & kwaliteit van primaire & secundaire bronnen en databanken & literatuurlijst & bronverwijzingen in tekst) die nodig zijn voor het schrijven van een essay of eindscriptie.

Nuttig is zo’n instrument zeker. Ik zet het instrument regelmatig in bij studenten om zichzelf te toetsen op dat terrein. Zo’n zelfbeoordeling is een mooie (formatieve) manier van toetsen. Hoe vaardig ben je en wat wordt van je verwacht? Het beoordelingsinstrument is ook geschikt te maken voor leerlingen in de bovenbouw van het VO, zeker als eye-opener. En voor hun begeleiders: om het als instrument te hanteren de leerlingen te helpen bij de reflectie over hun, aanpak, zoekgedrag (en de verbetering daarvan).

Zo’n reflectie of zelfontdekking is misschien confronterend, maar nuttig. Het is goed in te zien dat je onbewust onbekwaam bent. Het is zoals mijn oma al zei: “alleen een leeg vat kan worden gevuld.” Je kunt groeien in je vaardigheden: van “onbewust onbekwaam” tot “bewust bekwaam”, maar je moet wel weten waar je staat. Het is daarom verstandig om pas na het self-assessment een hoorcollege over literatuuronderzoek te geven 😉

Ik ontmoette Jos van Helvoort kort voor zijn promotie, in september 2016, in zijn kamer aan de Haagse Hogeschool waar ik een vroege versie van bolas demonstreerde. Hij vond het een prachtig instrument en was zeer gecharmeerd van het gegeven dat gebruikers hun eigen zoekgedrag kunnen vastleggen en daarover reflecteren (rapportagetool).

Ik ben enthousiast over de scoringsrubriek. Vanwege de besproken “zelfontdekking”, maar ook omdat de punten van Van Helvoort een plek hebben in onze visie (en vorm en inhoud kregen in het instrument bolas).


Méér weten?

  1. Zie: Scoringsrubriek voor informatievaardigheden (self assessment)
  2. Alle blogs over het onderzoekend vermogen in het (hoger) onderwijs.

Het proefschrift van Jos van Helvoort – waarin de scoringsrubriek wordt onderzocht/gevalideerd – is natuurlijk ook vindbaar in Laelaps, de zoekmachine van bolas, maar “that’s another story”.

april 21st, 2020 by Renske ter Avest

Vakliteratuur en databanken voor verpleegkundigen

Onderzoekend vermogen komt voort uit een onderzoekende houding. Zo’n houding heeft alles te maken met nieuwsgierigheid;  de drang tot weten, tot leren. Een onderzoekende houding impliceert gerichtheid op bronnen en voortbouwen op eerdere opvattingen en ideeën. Staan op de schouders van anderen en daarbij ook gericht zijn op zeker weten. Goede bronnen gebruiken en nauwkeurig en verantwoord data verzamelen. Het handboek Onderzoekend vermogen voor verpleegkundigen zegt mooie dingen over het onderzoekend vermogen en de drang tot weten (De Jong, Legius en De Maesschalck, 2016).

Aanvullend op dat handboek leg ik in dit blog uit waar je betrouwbare bronnen – vakliteratuur, databanken, wetenschappelijke instituten – kunt vinden.

“Wat zijn relevante databanken voor de verpleegkundige?” en “hoe doe je effectief literatuuronderzoek?” zo vragen studenten Verpleegkunde mij met regelmaat. Ik kan daar niet altijd direct antwoord op geven.

“Relevant” hangt immers af van context, de vraagstelling (wat wil je precies weten), de kwaliteit (o.a. betrouwbaarheid) en het gewenste type bron (bijv. journal, artikel, thesis). Daarnaast speelt de beschikbaarheid & toegankelijkheid een rol. Je kunt niet overal gratis bij, behalve bij Open Access bronnen die toegankelijk zijn voor iedereen.

Een paar suggesties (zie onderstaand bronnenoverzicht voor de klikbare vindplaatsen):

  • Wordt lid van de Koninklijke Bibliotheek (KB). Daar heb je een leven lang plezier van. De KB geeft je ook na afstuderen toegang tot databanken. Je kunt hier lid worden van de KB. Let op de kortingsmogelijkheden voor studenten.
  • Maak daarnaast gebruik van (Open Access) databanken. Een groot aantal van die databanken wordt ook direct (en tegelijkertijd) doorzocht door Laelaps, de zoekmachine van bolas (zoals DOAJ, HBO-Kennisbank, NARCIS, BASE, Academia etc.).
  • Zoek naar databanken op vakgebied en/of type bron. Een hogeschool/universiteit biedt haar databanken vaak aan op vakgebied of type opleiding. Ook bolas geeft een overzicht van databanken op vakgebied (zie overzicht met daarin links naar databanken per vakgebied).
  • Naast databanken zijn de kennisinstituten en vakliteratuur (als tijdschriften) van belang:
    • Welke kennisinstituten zijn er op je vakgebied? Meestal beschikken die instituten over één of meerdere databanken, bijv. het Trimbosinstituut, het RIVM, het Nivel etc.;
    • Welke vaktijdschriften (Nederlands- en anderstalig) zijn er voor verpleegkundigen?
  • Zoek binnen databanken naar beroepsspecifieke bronnen en/of experts (NARCIS, Springer, Sage).
  • Gebruik bibliografieën en handboeken (hanteer daarbij de zgn. sneeuwbalmethode).
  • Zoek slimmer – binnen databanken en via Google (Scholar). Neem zelf het heft in handen en weet wat & hoe je zoekt.

Méér weten?

  1. Zie het bronnenoverzicht, een selectieve gids naar verpleegkundige vakliteratuur, databanken en relevante wetenschappelijke instituten.
  2. Abonneer je op de nieuwsbrief Onderzoekend vermogen voor verpleegkundigen.
april 16th, 2020 by Jaap de Jong

Onderzoekend vermogen in het Social Work

“Wat zijn relevante databanken voor het Sociaal Werk?” en “hoe doe je snel & effectief literatuuronderzoek?” zo vragen studenten Social Work mij met regelmaat. Ik kan daar niet altijd direct antwoord op geven.

“Relevant” hangt immers af van context, de vraagstelling (wat wil je precies weten), de kwaliteit (o.a. betrouwbaarheid) en het gewenste type bron (bijv. journal, artikel, thesis). Daarnaast speelt de beschikbaarheid & toegankelijkheid een rol. Je kunt niet overal gratis bij, behalve bij Open Access bronnen die toegankelijk zijn voor iedereen.

Een paar suggesties en een bronnenoverzicht:

  • Wordt lid van de Koninklijke Bibliotheek (KB). Daar heb je een leven lang plezier van. De KB geeft je ook na afstuderen toegang tot databanken. Je kunt hier lid worden van de KB. Let op de kortingsmogelijkheden voor studenten.
  • Toets je onderzoekend vermogen (m.n. je technische vaardigheden) met het instrument (self-assessment) van Jos van Helvoort.
  • Maak gebruik van (Open Access) databanken. Een groot aantal van die databanken wordt ook direct (en tegelijkertijd) doorzocht door Laelaps, de zoekmachine van bolas (zoals DOAJ, HBO-Kennisbank, NARCIS, BASE, Academia etc.).
  • Zoek naar databanken op vakgebied en/of type bron. Een hogeschool/universiteit biedt haar databanken vaak aan op vakgebied of type opleiding. Ook webapplicatie Bolas heeft een dergelijk overzicht (op vakgebied, opleiding en type).
  • Naast databanken zijn kennisinstituten en vakliteratuur (als tijdschriften) van belang:
    • Welke kennisinstituten zijn er op je vakgebied? Meestal beschikken die instituten over één of meerdere databanken, bijv. het Nederlands Jeugdinstituut, Movisie etc.;
    • Welke vaktijdschriften (Nederlands- en anderstalig) zijn er voor Social Work?
  • Zoek binnen databanken naar beroepsspecifieke gegevens (NARCIS, Springer, Sage, Worldcat).
  • Gebruik bibliografieën, registers (indexen) en handboeken.
  • Zoek een specifieke en toonaangevende publicatie en hanteer vervolgens de zgn. sneeuwbalmethode.
  • Zoek slimmer (Booleaans & zoekoperatoren) in databanken – zoals die van Springer – en op Google (Scholar). Neem zelf het heft in handen en weet wat & hoe je zoekt. Gebruik vakjargon (vakspecifieke termen) bij het zoeken

Méér weten?

Zie het bronnenoverzicht van bolas, een wegwijzer naar vakliteratuur, databanken en relevante  onderzoeksinstituten.

maart 24th, 2020 by Renske ter Avest

BOLAS online met Bart en Bella

Onderzoek doen met bolas: vanaf het profielwerkstuk tot en met de PhD-thesis. Vanaf de bovenbouw van de middelbare school tot en met de de promotieplek aan een onderzoeksinstituut.

Werken met bolas! Niet alleen omdat het nodig is, maar met plezier en naar tevredenheid. Dat is wat wij horen en dit maakt ons blij, sterker nog: we zijn er trots op

In verband met de corona-crisis geven wij cursussen online. Dan doen we met Microsoft Teams. Je kunt je aanmelden voor de training afstuderen met bolas (45 minuten). De functionaliteiten van bolas zijn gemakkelijk te gebruiken in combinatie met Office365 (zoals Microsoft Teams, Yammer) en Google Docs.

Bart & Bella en andere medewerkers van BOLAS helpen je graag verder. Dat kan via Microsoft Teams, maar ook op andere manieren. Neem contact met ons op. Wij helpen je graag. Ook of juist in tijden van corona!

maart 19th, 2020 by Renske ter Avest

Het profielwerkstuk in tijden van Corona

Op veel scholen begint binnenkort het traject voor het profielwerkstuk (PWS-traject). Tegelijkertijd is onzeker wanneer scholen weer leerlingen kunnen ontvangen. Vanuit onze opgedane ervaring met het PWS-traject bieden wij de mogelijkheid om het afstandsonderwijs inhoud te geven.

Er is een digitale handleiding beschikbaar om het PWS-traject op te starten en de verschillende stappen te doorlopen. Het tijdschema bij de activiteiten wordt ingevuld door de school. Van het document is een Wordversie beschikbaar.

Het onderzoek in het model is gefaseerd: voorbereiding, verzamelen, analyseren, rapporten en presenteren (met een 7-stappenmodel). Tijdens het traject gaan leerlingen ook kritisch aan de slag bronnen:

  1. wat zijn betrouwbare bronnen?
  2. hoe vind ik betrouwbare bronnen?
  3. hoe verwerk ik deze (verschillende type) bronnen in een verslag? (APA-richtlijnen)?

In de handleiding staan links naar blogs met uitleg en interactieve oefeningen met de webapplicatie van bolas.

Voor meer informatie (bijv. over de AVG of privacyconvenant) kunt u ons bereiken onder het nummer: 085-30 30 721.

I.v.m. de coronacrisis bieden wij de tool voor VO-scholen gratis vouchercodes aan (geldig tot en met 31 augustus a.s.).

maart 19th, 2020 by Renske ter Avest

Plan van aanpak

Een plan van aanpak geeft antwoord op de vraag: wat, waar, wie, waarom, waartoe, wanneer, welke en hoe? Naast inhoudelijke punten als vraagstelling, doelstelling en methoden (wat, waarom en hoe) wordt in een plan van aanpak aandacht gegeven aan de randvoorwaarden. Het gaat dan om de aanwezige onderzoeksfaciliteiten, het beschikbare budget en de tijd. Daarmee is de grondstructuur van het plan van aanpak duidelijk.

Er zijn meerdere formats voor het opstellen van een plan van aanpak in omloop. Bolas heeft een format opgesteld dat goed hanteerbaar is binnen het praktijkonderzoek, met een accent (maar niet uitsluitend) op kwalitatief (niet cijfermatig) onderzoek. Meer weten? Zie hier voor het betreffende format.

maart 18th, 2020 by Renske ter Avest

Databanken & bolas

De serie over databanken bestaat uit meerdere afleveringen. Het gaat om databanken die binnen en/of buiten bolas doorzoekbaar zijn. Een aantal van deze databanken is ook met Laelaps, de zoekmachine van bolas doorzoekbaar.

Er is een inleidend blog over nut en voordeel van databanken (wat, waarom, waar en hoe), een ander blog gaat over de databank Narcis en een derde item gaat weer in op E-books collecties. Maar er zijn ook specifieke blogs over, de SpringerLink, DOAJ en BASE. Veel van de databanken (méér dan 20) zijn ook met de zoekmachine Laelaps doorzoekbaar (bijv. Narcis, Academia, DOAJ, BASE, DOAB, Hathitrust, BioOne etc.). Laelaps is de zoekmachine van bolas met meer dan 150 miljoen documenten.

De serie heeft de intentie een bijdrage te leven aan, wat men noemt, digitale geletterdheid. Hier kun je alle items over databanken bekijken.

februari 11th, 2020 by Renske ter Avest

Drie vragen over zoeken

Google is succesvol, maar goed zoeken is niet per se gemakkelijk. Of misschien moet ik het anders zeggen: het vinden van betrouwbare bronnen is niet simpel. Met Google vinden we meer dan ooit, maar Google vindt geen documenten achter betaalmuren. Die zoekmachine indexeert alleen toegankelijke documenten. Wat valt er te zeggen over de kwaliteit (en betrouwbaarheid) van die bronnen?

Ik werkte eerder veel met kaartenbakken. Op zo’n kaart staat precies waar een bron (boek, artikel of ander document) over gaat en waar & wanneer het werd gepubliceerd (wie, wat, waar, wanneer). Iemand die een kaart maakt – meestal een specialist, een kenner – streeft naar exactheid en geeft dus de essentie van de bron weer. De kaarten en kaartenbakken van vroeger zijn niet verdwenen, de specialistische inhoud is gedigitaliseerd. Dat zijn nu de zg. databanken. Die inhoud van zo’n databank is niet toegankelijk voor Google. Het gaat om specialistische informatie en je moet vaak lid zijn van een bibliotheek om toegang te krijgen.

Voor het algoritme van Google is een titelbeschrijving van evenveel betekenis als een willekeurige zin uit het boek zelf. Het heeft voor een zoekmachine geen enkele betekenis. Ze maakt geen verschil. Het algoritme is de grote gelijkmaker. Google scant alles: niet alleen titel, maar ook de gehele inhoud. De vraag is dus of de zoekmachine een verschil kan maken, en of het resultaat net zo goed is als dat van de specialist.

Het verschil tussen een kaartenbak (of databank) en het internet is geen probleem als gebruikers er rekening mee houden. Maar dat is vaak niet zo. Veel mensen zoeken in een databank niet anders dan wanneer ze met behulp van de zoekmachine Google over het internet surfen. En dan gaat het mis. Een specialistische databank (eigenlijk een elektronische kaartenbak) geeft als resultaat 0 (zinnige) treffers op een zoekvraag als: Leden Koninklijk Huis leeftijd. Google daarentegen geeft direct antwoord (en vaak is dat ook het goede antwoord). Het is dan ook goed te weten wanneer je beter in een databank kunt gaan zoeken of met Google.

Drie vragen

Drie belangrijke vragen:  1. wanneer zoek je in een databank en wanneer volstaat Google of DuckDuckGo? 2. hoe zoek je met Google en hoe zoek je in een databank? 3. hoe beoordeel je de kwaliteit & betrouwbaarheid van je zoekresultaten?

In drie volgende blogs geef ik je een antwoord op deze vragen (zie bovenstaande verwijzingen).

februari 10th, 2020 by Renske ter Avest

Zoeken: via Google of met een databank?

Ik zoek elke dag via Google of een andere zoekmachine: naar adressen, vintage, muziek, de verjaardag van Michel de Montaigne en wat al niet meer. Ik vertrouw blind op de resultaten, nou ja, bijna. Zoeken via Google is voor de meeste dagelijkse zaken voldoende. Google volstaat prima als je je wilt oriënteren, geen enkele pretentie hebt of een poging wilt doen om iets origineel of iets nieuws over een bepaald onderwerp te zeggen.

Met een paar extra trucjes haal ik met Google heel veel naar boven, zelfs wetenschappelijke artikelen op mijn vakgebied. Over die trucjes (tips en tools) vertel ik je later. Google geeft vaak enorm veel resultaten – iets dat je eigenlijk niet wilt, integendeel. Meestal heb je geen idee wat de status & kwaliteit is van die resultaten. Daarnaast heb je onvoldoende tijd om al die zoekresultaten serieus te bestuderen. Bovendien stemt Google de resultaten af op mij als persoon. Of beter: op wie Google denkt dat ik ben.

Is het mogelijk een onderbouwde keuze maken? Een selectie die niet uitsluitend op mij is afgestemd, maar ook voor anderen van belang is? Kun je het standaard algoritme van Google omzeilen? Ja, dat kan. Waarover later meer.

Zelf zoek ik in een databank als ik precies wil achterhalen wat er onder deskundigen/specialisten bekend is op een klein gebied. Het gaat mij dan om de vraag: Wie heeft wat, waarom, waar en wanneer beschreven (5 x w). Zo begrens ik mij. Tegelijk ben ik in staat om vanuit die grenzen mijn kennishorizon te verleggen en nieuw land in kaart te brengen. Precies en systematisch.

Naast kwaliteit is er nog een andere reden om databanken te gebruiken. Die reden is de beschikbaarheid van informatie die niet via Google vindbaar is. Tijdschriften, boeken en journals wordt door experts beoordeeld, systematisch in kaart gebracht (thematisch en over een langere periode) en in een database/databank gestopt. Die informatie gaat niet meer verloren en is dus altijd opnieuw te raadplegen. Bovendien zijn de resultaten ook door anderen te checken die erop kunnen voortbouwen. Beschikbaarheid is nog iets anders dan toegankelijkheid. Er is vaak wel een abonnement nodig.

Bij willekeurige vondsten die je via Google opdoet is dit niet het geval. Soms verdwijnen er bronnen of duiken er plotseling nieuwe bronnen op waarvan de precieze inhoudelijke status onduidelijk is. Bovendien weet je nooit zeker wat Google wel/niet in kaart heeft gebracht. Zulke instabiele bronnen zijn dus weinig betrouwbaar (qua herhaalbaarheid).

Samengevat: Google volstaat voor de voor dagelijkse dingen, ter oriëntatie en als de kwaliteit en betrouwbaarheid (systematiek, controleerbaarheid & herhaalbaarheid) niet van belang is. Je kiest voor het zoeken in een databank als je iets op een systematische en controleerbare wijze wilt nagaan om daarna de stand van zaken goed te kunnen beschrijven. Je kunt dan verwijzen naar kwalitatief hoogwaardige en betrouwbare bronnen.

februari 10th, 2020 by Renske ter Avest

Hoe zoek je in databanken?

In de serie Drie vragen is het de beurt aan de vraag: hoe zoek je in een databank? Voor ik inga op dit thema wijs ik op onze thematische reeks over databanken. Het is goed eerst iets te weten van het wat, waarom, wanneer en waar, vóór je begint met het hoe. 

Databanken zijn binnen bolas geordend naar een specifiek vakgebied en/of type (bijv. journals, brieven of kranten). Naast specifieke of vakgebonden databanken zijn er algemene databanken (bijv. WorldCat, Picarta) die een tamelijk dekkend overzicht geven naar de stand van zaken rond een thema.

Hoe te zoeken? Drie stappen:

  1. Wat wil je precies weten en wat is het type bron dat je zoekt?
  2. Welke databank voldoet aan het gewenste type bron en je informatiebehoefte?
  3. Hoe zoek je binnen de databank: het gebruik van de booleaanse operatoren OR, AND, NOT

In een volgend blog ga ik in op het gebruik van de operatoren OR, AND en NOT.

februari 10th, 2020 by Renske ter Avest

Zoeken in databanken: booleaans zoeken

Zoeken levert vaak enorm veel treffers op. Dat geldt ook bij het gebruik van een databank. Hoe kun je dit aantal beperken? Wat moet je doen om preciezer te zoeken? Hoe krijg je minder treffers met een hogere kwaliteit?

Vier tips

  • Stel eisen aan de actualiteit van de bron, bijv. vanaf het jaar 2015. Gevolg is dat je geen ongedateerde resultaten krijgt. Ongedateerde bronnen gelden i.h.a. als minder betrouwbaar. Je weet dan immers niet of er meer actuele bronnen zijn.
  • Zoek met operatoren of commando’s. Gebruik meerdere zoektermen in combinatie met AND, OR, NOT. Het gebruik van de operator AND betekent dat beide zoektermen in het document moeten voorkomen. Daardoor daalt het aantal zoekresultaten.
  • Gebruik bij synoniemen de operator OR. Hierdoor neemt het aantal treffers toe, maar je beperkt het aantal uit te voeren zoekacties.
  • Beperk je tot een bepaald type bron, bijvoorbeeld alleen journals of kranten. Of beperk je tot een specifieke database.

Een voorbeeld: Henriette B. is geïnteresseerd in de nieuwste Open Access publicaties (vanaf januari 2020) over toepassingen van artificial intelligence binnen de medische sector. Haar zoekopdracht beperkt ze tot actuele bronnen (vanaf 2020). Ze gebruikt twee zoektermen. Verder zoekt ze alleen in de databank DOAJ (via Laelaps). Aantal zoekresultaten: van 15 (op 11 februari 2020) tot 157 (op 18 juni 2020).

In het gegeven voorbeeld gebruikt Henriette B. alle eerdere tips:

  • beperking qua tijd (vanaf 2020);
  • gebruik van de (booleaanse) operator (AND -> Notabene: in Lalaeps is dat het +-teken, zie helpfunctie (?) bij Laelaps);
  • gebruik van één specifieke databank met de grootste collectie Open Access bronnen (DOAJ). Die databank bevat vele duizenden wetenschappelijke journals.

De grondslagen van het booleaanse zoeken (zoeken met AND, OR en NOT) zijn ontleend aan de inzichten van de wiskundige en logicus George Boole (1815-1864).

Update: 18 juni 2020

februari 10th, 2020 by Renske ter Avest

Google manipuleren. Over zoekstrategieën

Google heeft een simpele zoekbalk. Eén enkel trefwoord intikken en Google doet de rest. Wat die rest precies inhoudt? Dat weet bijna niemand. Eén ding is wel zeker: Google stemt de resultaten af op het profiel dat zij heeft van de gebruiker. Ze manipuleert, zeggen sommigen.

Hoe zoek je met Google? Kun je de zoekresultaten van Google wel beïnvloeden? Ja, dat kan en het is eenvoudig.

Er zijn mogelijkheden om Google te “manipuleren” of beter: zelf het heft in handen te nemen. Hoe doe je dat? Hoe zorg je er voor dat Google doet wat jij wilt? Je kunt Google sturen door naast trefwoorden ook zgn. commando’s toe te voegen. In al deze gevallen beperk je het aantal resultaten. Dat is ook de bedoeling. Scherper zoeken en zelf de zoekcriteria bepalen. Hoe doe je dat?

Eerst enkele mogelijkheden, daarna een voorbeeld Read the rest of this entry »