In 't Wasdom

bolas, toegang tot kennis
januari 19th, 2020 by Helpdesk Bolas

Projectmap of submap aanmaken

Op de projectpagina – bij het bronnenoverzicht – kun je een extra map voor documenten aanmaken. Je kunt je werkdocumenten (bijv. in Office365) zo gescheiden bewaren van je literatuurbronnen.

Het is ook mogelijk om deze werkdocumenten niet op te nemen in je bronnenlijst (klik op REF en vink daarna de optie “niet opnemen in bronnenlijst” [rechtsonder] aan)

januari 19th, 2020 by Helpdesk Bolas

BOLAS-knop

Met de BOLAS-knop sla je met één klik een internetbron of andere e-resources op. Dat kan dus ook een Office365 document zijn of een GoogleDocs bestand.

Een opgeslagen bron is evt. ook voor andere projectmedewerkers (binnen je school, bedrijf of instelling) toegankelijk. Je kunt je bronnen ook labelen en van notities voorzien. Met de nieuwste versie van de bolasknop is het mogelijk om direct een bronverwijzing (vlg. APA-richtlijnen) te genereren en een literatuurlijst op te maken (zie specificaties)

De ‘oude’ BOLAS-knop is er voor ChromeEdge en Firefox. Je kunt ook de nieuwe bètaversie (voor Chrome en Edge) downloaden. Meer informatie over deze nieuwste versie staat op de homepage.

De knop is gratis voor gebruikers met een account. Heb je geen account via school of anderszins, dan kun je hier een account op BOLAS aanschaffen.


Update: 18 februari 2021 – de nieuwe bolasknop is beschikbaar. Zie verder: de nieuwe bolasknop.

januari 19th, 2020 by Renske ter Avest

Interviewprotocol of -leidraad

Het is belangrijk om vooraf goed na te denken over het type interview, de selectie van je respondenten en de inhoud van het interview. Ook is het van belang om een aantal afspraken vast te leggen en te communiceren, evenals opvallende punten tijdens het afnemen van het interview (procesaspecten). De keuzes en afspraken die je maakt leg je vast in een zgn. interviewprotocol of -leidraad. Dat vastleggen geldt ook voor de topics/vragen van het interview en opvallende punten bij de afname van het interview.

Hoe ziet zo’n interviewprotocol er in de praktijk uit?

Een interviewprotocol omvat drie hoofdpunten – de kenmerken van de respondent (selectiecriteria) (A), de topics/vragen van het interview (structuur en inhoud)) (B), gemaakte afspraken en opvallende punten (bijv. storingen) tijdens het interview (procesaspecten) (C).

A. Selectiecriteria. Over de kenmerken van de respondent

De selectiecriteria hebben alles te maken met de keuze van de respondenten. Zijn die respondenten met hun persoonskenmerken (bijv. opleiding, functie, aantal jaren praktijkervaring, sekse etc.) in staat bij te dragen aan het antwoord op de vraagstelling? Bij een klein (en als niet-representatief bedoeld) onderzoek is het wellicht verstandig een zeer homogene onderzoeksgroep samen te stellen, omdat er tenminste iets zinnigs over die kleine groep gezegd kan worden. Iets dat dan later in een groter verband nader onderzocht kan worden.

B. Topics of vaste vragen

Het type interview – open of juist geheel gestructureerd, dan wel een tussenvorm – bepaalt of je alleen de topics vastlegt en daarop doorvraagt of dat je de vragen uitschrijft en je daartoe beperkt.

Ik ga hier in op één aspect dat direct gevolgen heeft voor het verwerken en analyseren van je interview: bij een geheel open interview kost de verwerking (labeling) veel tijd omdat de structuur pas achteraf uit het materiaal wordt gehaald. Het risico dat het alle kanten op gaat is aanwezig. Bij een terughoudende positie van de interviewer is de kans dat je de ander woorden in de mond legt misschien wat minder groot.

Ga je uit van een theorie – en/of van een samenhangend en beperkt aantal topics dat wordt bevraagd – dan is de verwerking van je data vaak simpeler. Bepaalde ingrediënten uit de theorie kunnen dan dienen als topic, label en/of (sub)label. Je bevraagt bij alle respondenten dezelfde aspecten en laat de reacties in de analyse terugkomen. Het risico is dat de interviewer minder open staat voor afwijkingen, alternatieven of zijwegen die op een nieuw spoor kunnen zetten.

Er is natuurlijk niets op tegen om een tussenvorm te kiezen en bij het topic-interview (evt. achteraf – na de eerste reactie van de respondent – met een sleutelwoord (als hulpmiddel) en/of een extra deel met stellingen te werken waardoor je toch tot een vergelijkende analyse kunt komen.

C. Procesaspecten en afspraken

Noteer storende of opvallende punten tijdens het interview die mogelijk van invloed waren op de antwoorden. Je kunt dan achteraf besluiten om een bepaald interview toch buiten beschouwing te laten.

Maak afspraken over anonimiteit, privacy en het toesturen van de uitwerking. Stel respondenten in de gelegenheid om aanvullingen te geven. Door die afspraken vooraf te maken is het gemakkelijker om achteraf om verdieping te vragen of een extra vraag te stellen.

Tijdsinvestering

Tot slot: er is een simpele regel die helder maakt hoeveel tijd het uitschrijven van een interview kost: 5 x T, waarbij T de tijdsduur is van het interview. Hierbij heb je nog niets gedaan aan het labelen en analyseren. Wel zul je merken dat het uitschrijven helpt om een beeld te krijgen van de relevante aspecten van het te gebruiken labelsysteem.

Meer weten?

Interviews kun je labelen met het labelsysteem BLA – Bronnen Labelen Analyseren. Dat systeem is gratis bij aanschaf van een bolasaccount. Na betaling wordt het programma je toegestuurd. Desgewenst is ook een meer uitgebreid bolasabonnement met ondersteuning voor BLA en andere zaken mogelijk. Zie: bolas – individuele aanschaf met cursus.

januari 19th, 2020 by Jaap de Jong

Labelen – open coderen of vanuit de theorie?

Het opstellen van je interviewleidraad of -protocol is niet vrijblijvend. De keuze voor een open of meer gestructureerd interview heeft consquenties voor het latere labelproces. Kies je voor open coderen of ben je in je interview vooral bezig met het verifiëren van gegevens die al bekend zijn?

Bij een sterk open interview kost het labelen later vaak veel meer tijd en is het lastiger om de resultaten van een groep respondenten te analyseren. Vanuit de teksten zelf – inductieve methode – kom je tot labels en probeer je de relaties tussen de labels vast te stellen. Uiteindelijk kom je dan tot een hopelijk samenhangend kernlabelsysteem.

Wanneer je vanuit de literatuur (theorie) een aantal samenhangende topics bevraag ben je meer of minder bewust bezig om bevestiging te zoeken. Dat betekent dat er een risico dat je bevangen bent door de theorie en daardoor mogelijk sturend aanwezig bent. Men spreekt in zo’n geval wel van theoriebevangen of -gestuurde waarneming. Vanuit de theorie (de ratio) kom je immers tot je topics of vragen (deductieve methode). Uiteraard kun je de valkuil van de bevangenheid enigszins vermijden door bewust een zo’n neutraal mogelijke opstelling te kiezen. En natuurlijk door open te blijven voor mogelijkheden die je niet (kunt) voorzien.

Het voordeel van een meer gestructureerd interview – met een theoriegestuurde topiclijst – is dat je vooraf goed kunt nadenken over de labels en kernlabels. De topics uit het interview vallen dan soms zelfs samen met de kernlabels. Labelen kost daardoor vaak minder tijd.

Uiteraard kun je ook een mix maken van open items en gestructureerde vragen of zelfs stellingen. Dit laatste heeft als voordeel dat je snel een min of meer kwantitatief inzicht kunt krijgen over de meningen van de totale onderzochte groep.

januari 19th, 2020 by Jaap de Jong

Het analyseschema of kernlabelsysteem

Een kernlabelsysteem of analyseschema is een onderzoeksinstrument of hulpmiddel bij de analyse van teksten. Het labelen dat eraan voorafgaat is een vorm van kwalitatief onderzoek. Je bent als duider of interpreet op zoek naar de betekenis van de tekst. Het maken van een meer definitief kernlabelsysteem is de laatste stap van het labelproces en gebeurt vóór het analyseren en rapporteren.

In het analyseschema breng je (samenhangende) labels – waarmee je de teksten analyseert – onder bij een kernlabel. Dat kernlabel is een soort van paraplu die gedragen wordt door bijpassende labels. Geef met behulp van vakliteratuur een duidelijke (onderzoekbare en concrete) definitie van het kernlabel. Het testen, bevragen, wikken en wegen en uiteindelijk vaststellen van je analyschema (je onderzoeksinstrument) heeft alles te maken met het optimaliseren van de validiteit van het instrument.

De labels geven dus aspecten weer van het kernlabel. Je kunt de labels natuurlijk ook weer weghalen en onderbrengen bij een ander kernlabel dat beter past. Lees: dat daardoor méér valide is en dus meet wat je wilt weten. Ga goed na of dat veranderen gevolgen heeft voor je analyse en rapportage. Het is handig om de kernlabels te gebruiken als kapstok voor de verschillende paragrafen in een hoofdstuk waarin je antwoord geeft op je vraagstelling.

Tot slot: een kernlabelsysteem of analyseschema is een instrument voor tekstanalyse. Dat betekent dat het niet alleen inzetbaar is bij interviews, maar ook bij literatuur- en documentonderzoek.

januari 19th, 2020 by Jaap de Jong

Het analyseren van de tekstfragmenten

Het analyseren van de eerder gelabelde tekstfragmenten is de zevende en laatste stap uit het 7-stappenplan dat richting geeft aan het labelen. Dit betekent dat de getranscribeerde tekst al is gecodeerd, ingevoerd in een digitaal systeem (bijv. Excel, BLAblabla, ATLAS-ti) en voorzien van (kern)labels. Kortom, de eerste zes stappen zijn gezet.

Binnen BLAblabla vind je de eerder ingevoerde gelabelde tekstfragmenten onder (A) – Analyseren van gelabelde tekstfragmenten. Je kunt vervolgens filteren op label of kernlabel. Gebruik daarbij het tekstfilter met de optie “bevat” (in de Engelstalige Accessversie: Text Filter + Contains …).

Het resultaat van het filteren is een lijst met treffers waarin het betreffende label of kernlabel voorkomt, incl. de bijbehorende informatie. Op dat moment start de eigenlijke analyse en dien je in de resultaten van je zoek- en filteropdrachten te duiken. Van belang zijn dan mogelijk vragen als:

  • Hoe vaak komt een bepaald label voor? Hoe wordt dat label ‘geladen’ bij de verschillende respondenten (c.q. teksten)? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?
  • Is er sprake van een sterke diversiteit qua antwoorden of liggen de reacties dicht bij elkaar?
  • Wat is de inhoudelijke argumentatie?
  • Welke bijdrage leveren de resultaten aan het antwoord op de centrale vraag? Etc., etc.

Bij het beschrijven van de resultaten – bij voorkeur aan de hand van de kernlabels – kan het natuurlijk interessant zijn om ter verheldering een illustratief citaat (tekstfragment, citaat uit interview etc.) op te nemen uit de lijst van resultaten.

januari 19th, 2020 by Helpdesk Bolas

Projectbronnen verbergen, verwijderen of verplaatsen

Projectbronnen kunnen worden verborgen, verwijderd of verplaatst. In het bronnenoverzicht van vind je rechts van de projectbron (nog rechts van REF en de deeloptie) de drie genoemde opties.

Het verplaatsen van bronnen is alleen mogelijk als je meerdere mappen of submappen hebt aangemaakt.

januari 17th, 2020 by Renske ter Avest

Instellingen – databanken

In databanken vind je informatie die al door een redactie is beoordeeld. De betrouwbaarheid is hoger. Er is meestal een auteur, een publicatiedatum en een stabiele vindplaats.

Leden van de Koninklijke Bibliotheek (KB) hebben toegang tot meer belangrijke databanken. Voor bovenbouwleerlingen gratis, voor studenten 50% van de prijs die niet-studenten betalen, t.w. €15,00 (100%).

Je kunt hier lid worden van de KB. Als je aangeeft dat je lid bent van de KB  krijg je ook die databanken binnen de bolasapplicatie te zien. Je kunt je KB-lidmaatschap aangeven onder persoonlijke instellingen bij je BOLAS-profiel.

januari 17th, 2020 by Renske ter Avest

Databanken (1): wat, waarom, waar en hoe te gebruiken?

Topdatabanken

Binnen BOLAS kun je gebruik maken van databanken. Een databank geeft toegang tot wetenschappelijke artikelen en boeken. Hiernaast vind je een overzicht van een aantal databanken die je kunt doorzoeken. Je hebt niet altijd toegang tot databanken. Voor een aantal databanken is een lidmaatschap van de Koninklijke Bibliotheek (KB) nodig. #KB Dat lidmaatschap kun je aangeven in je persoonlijke instellingen.

Beweeg met je muis over het rechterdeel van het databankoverzicht binnen BOLAS. Je ziet dan een aantal iconen. De vier iconen staat voor vier opties: favoriseren, opslaan, delen of onzichtbaar maken. Favoriseren is de meest handige optie. Je kunt een gefavoriseerde databank voor elk denkbaar project gebruiken. 

Zoeken naar bronnen binnen databanken kost minder tijd dan zoeken op Google (Scholar). Bij het gebruik van Google Scholar heb je soms geen toegang wanneer je een mogelijk bruikbare bron vind. Bovendien geven databanken toegang tot meer betrouwbare bronnen. Meer betrouwbaar dan de resultaten van googlen. Waaruit blijkt dat? Read the rest of this entry »

januari 17th, 2020 by Renske ter Avest

Databanken (2): welke?

Er zijn veel soorten databanken. Je kunt ze ordenen, bijv. op vakgebied (bijv geschiedenis). Of op soort (bijv. kranten) of – als derde mogelijkheid – op vakgebied èn op soort.

In het hier gebruikte voorbeeld (zie afbeelding) heb ik zowel op geschiedenis  (vakgebied) als op kranten (soort) geselecteerd. Het is best ingewikkeld om te bepalen welke databank je kunt gebruiken. Als je goed weet wat je precies wilt weten (hoofd- en deelvragen) dan ben je ook beter in staat om het type databank te bepalen.

Notabene – Gebruikers die lid zijn van de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag – en dat hebben aangegeven bij hun persoonlijke instellingen binnen BOLAS – krijgen meer databanken te zien dan gebruikers die geen lid zijn.

Read the rest of this entry »

januari 17th, 2020 by Renske ter Avest

Databanken (3): Narcis

In Laelaps, de zoekmachine van BOLAS, is de inhoud van meerdere databanken opgenomen, waaronder die van Nardis.

In de databank Narcis zijn vrijwel alle publicaties van wetenschappers aan Nederlandse Universiteiten te vinden. Vaak zijn die publicaties openbaar toegankelijk. De Nederlandse overheid streeft er naar om wetenschappelijke publicaties voor iedereen beschikbaar te maken (Open Access).

In Narcis vind je niet alleen wetenschappelijke artikelen, proefschriften en rapporten. Je kunt ook van alle denkbaar onderwerp nagaan wie daarbij betrokken zijn en waar ze werken. Die gegevens (organisaties, personen) vind je niet in Laelaps. Als je dit weet, vind je sneller betrouwbare bronnen. Immers, in de databank Narcis wordt alleen de productie van wetenschappers opgenomen.

Hier vind je het overzicht van personen die zich volgens Narcis bezighouden met “kunstmatige intelligentie“. Je kunt het aantal zoekresultaten verder beperken door op vakgebied te zoeken, bijv. classificatie geesteswetenschappen.

Notabene: bedenk dat je zowel Engelstalige als Nederlandstalige termen kunt gebruiken (en combineren). Zie het bovenstaande voorbeeld over “kunstmatige intelligentie” (Engels en Nederlandse terminologie in combinatie met OR. #Tips

januari 17th, 2020 by Renske ter Avest

Databanken (4): E-books

E-books in BOLAS

Met BOLAS kun je snel een overzicht vinden met alle databanken met boeken, zgn E-books. Dit kunnen oudere gedigitaliseerde boeken zijn, maar ook nieuwe.

Ben je lid van de Koninklijke Bibliotheek dan krijg je in het overzicht ook die databanken te zien, waaronder Ebook Central. Dat is één van mijn favoriete databanken met nieuwe boeken. In het rijtje zie je een aantal databanken in een groene balk staan. Die kun je met Laelaps doorzoeken, zoals DOAB en Hathitrust.

Bij het zoeken in databanken is het handig om gericht te zoeken (bijv. op datering) en ook citatietekens te gebruiken. Je sluit daarbij een hoop resultaten uit. Zelf noteer ik mijn zoekstrategie altijd. Dan kan ik die achteraf ook beter verantwoorden naar mijn lezers. Hier vind je bijvoorbeeld het resultaat van een zoekopdracht naar het gendervraagstuk (vanaf 2015) in de databank DOAJ.

Krijg je te weinig resultaten dan kun je natuurlijk altijd soepeler zijn in je criteria. Meestal zijn het te veel resultaten en is het handiger om je zoekopdracht specifieker te maken. Wat wil je weten? Iets over genderrollen in de geschiedenis, dan is deze zoekopdracht misschien handiger. Probeer uit, experimenteer en wees kritisch op je zoekstrategie.

Veel plezier bij het zoeken naar literatuur in Laelaps.

januari 17th, 2020 by Renske ter Avest

Databanken (5): Directory of Open Access Journals (DOAJ)

De Open Access beweging – die vrije toegang tot de wetenschap nastreeft – heeft met de databank DOAJ een groot succes behaald. Iedereen kan zich op de hoogte stellen van de resultaten van de wetenschap. Een goed ding in een tijd van fakenews. Als je wilt kun je je informeren.

Het gaat op dit moment om meer dan 14.000 wetenschappelijke tijdschriften en meer dan vierenhalf miljoen artikelen. De databank DOAJ – met de daarin opgenomen artikelen en tijdschriften – is ook geïndexeerd door onze zoekmachine Laelaps. Dat is een belangrijk onderdeel van BOLAS. Laelaps wordt wekelijks aangevuld met nieuwe artikelen.

Klik hier om in Laelaps uitsluitend te zoeken naar artikelen die afkomstig zijn uit de DOAJ (let op: m.n. Engelstalige artikelen)

januari 17th, 2020 by Renske ter Avest

Databanken (6): BASE

Base behoort met Google Scholar tot de grootste academische zoekmachines. Base is ontwikkeld aan de universiteit van Bielefeld (Noordrijn-Westfalen). Ze hebben een groot aantal Open Access bronnen. Je kunt Base hier doorzoeken. Base geeft de door haar geïndexeerde bronnen ook door aan onze zoekmachine Laelaps.

Op een aantal punten is Base machtig veel interessanter dan Google Scholar, m.n. voor historisch onderzoek. Zo heeft Base naast hedendaagse universitaire bronnen ook een groot aantal bronnen vanaf ca. 1500 geïndexeerd en toegankelijk gemaakt. Google Scholar begint pas vanaf ca. 1990, maar fijn dat deze bronnen met Base wel toegankelijk zijn. In het voorbeeld (klik op bovenstaande afbeelding) zoek ik naar de verhandeling van Erasmus over het Nieuwe Testament. Het eerste resultaat is een vondst in de bibliotheek van de universiteit van Leuven.

Zoals gezegd geeft Base haar bronnen door aan bolas en daar zijn wij blij mee. Elke week worden er nieuwe bronnen opgehaald, geïndexeerd en opgenomen in onze zoekmachine Laelaps. Binnen Laelaps kun je desgewenst uitsluitend naar bronnen van Base zoeken. Kies je echter voor een zoekactie in alle opgenomen databanken dan kun je uit de logo’s naast de items opmaken wat de exacte herkomst is van de resultaten.

januari 17th, 2020 by Renske ter Avest

Databanken (7): DBNL

De DBNL is een goudmijn van de Nederlandse literatuur en geschiedenis. Het gaat om teksten van auteurs uit het Koninkrijk der Nederlanden en voormalige (gekoloniseerde) gebiedsdelen. Dit betekent dat er ook teksten uit Suriname, Indonesië, Vlaanderen zijn opgenomen. 

In Laelaps, de zoekmachine van bolas, zijn meer dan zesduizend titelbeschrijvingen van de DBNL-collectie van e-books (pdf-format) te vinden. Hier vind je – bij wijze van voorbeeld – de gedigitaliseerde collectie van de auteur Albert Helman. Aardig om bijvoorbeeld in een leesproject te bewaren en met anderen te delen. 

Op de website van de DBNL is natuurlijk veel meer te vinden, waaronder de verzameling kinderboeken (méér dan zevenduizend items), de al genoemde collectie e-books en de Atlas van de Nederlandse literatuur.  In die Atlas kun je de auteurs vinden die in je dorp of stad zijn geboren of overleden.

De DBNL is een schitterende parel op de kroon van de Nederlandse literatuur.